Dit boek is een modern sprookje
Over een prinses die nu nog werkelijk leeft…

Er is bijna niemand op aarde
Die nog nooit iets over deze Engelin heeft gehoord.
Getrouwd met de machtigste prins van de wereld,
Is zij bescheiden, mooi en net als alle Engelinnen
Trouw en eerlijk.
Een lawine van boosaardigheid en goddeloosheid
Hebben haar jurk bespat, maar niet haar ziel.
Engelen zijn onsterfelijk.

In dit sprookje, dat wellicht waar is,
Want alle sprookjes zijn immers uiteindelijk waar,
Komt prinses Diana in aanraking met vele tweepotigen,
Aardewezens die hopen dat, als ze haar lichaam bereiken,
Ook zij onsterfelijk zullen worden.
Haar liefde voor de noodlottige prins vlamde met volle gloed.
Ze heeft getracht hem dienstbaar te zijn,

Hem alles te geven wat elke sterfelijke vrouw kan bieden.
Ze had hem lief – waarschijnlijk hij haar ook,

Maar deze wereldse tweepotige wezens gunnen en wensen niet
Dat wie dan ook de eeuwige liefde heeft,
Mocht hij nu prins zijn of niet.
Langzaam maar zeker knaagden boze tanden

Millimeter voor millimeter aan hun geluk.
En toen gingen velen, niet wetend van elkaar,
Erop uit om de gewonde Diana te grijpen.

Het lukte hen.
Alles wat destructief is in deze wereld baart vruchten.
Zo kwam de liefde tussen de hemelse Engelin
En de aardse prins ten einde.
Maar het lot van welke Engelin dan ook,

Laat staan van deze bijzondere,
Is gelukkig niet eeuwig in de handen van tweepotige wezens.

En zo is de hemelse Engelin in dit sprookje
Weliswaar nog steeds in leven,
Maar in slavernij...

Slobodan Radojev Mitric