STICHTING UITGEVERIJ

WILLEHALM INSTITUUT

(opgericht op 24 februari 2004 en ingeschreven

in de Kamer van Koophandel te Amsterdam)

 

Considerances (zoals vastgelegd in de oprichtingsakte; bijgwerkt september 2008)

 

 

Het Willehalm Instituut werd oorspronkelijk onder de naam Eremos Institut für Gralsforschung in 1985 door Robert Jan Kelder te Dornach/Arlesheim bij Bazel, Zwitserland in het leven geroepen om het werk van de Zwitserse graalonderzoeker Werner Greub te bevorderen, met name diens bevindingen omtrent de Arlesheimer Hermitage als het middeleeuwse graalsgebied Terre de Salvaesche uit de Parzival van Wolfram von Eschenbach. Reeds het volgende jaar zag het Instituut zich echter min of meer gedwongen om naar Amsterdam te verhuizen. Daar duurde het tot 1990 voordat het onder de gewijzigde naam Willehalm Instituut voor anthroposofie als graalonderzoek, koninklijke kunst en sociale organica als een vrij cultureel initiatief in binnen- en buitenland in de openbaarheid kon treden om daarbij ook de naam Willehalm meer bekendheid te geven.

 

Willehalm is de titel en hoofdfiguur van het gelijknamige epos van de middeleeuwse dichter Wolfram von Eschenbach, die vooral bekendheid genoot door zijn graalgedicht Parzival. Historisch bekend is Willehalm als de Frankische Guillaume d’Orange, Graaf van Oranje en Toulouse, als een paladijn van Karel de Grote en stichter van het oorspronkelijke Oranjehuis in de stad Orange in Zuid-Frankrijk. Deze ook als Gwillem de Gellone bekende eerste Willem van Oranje was tevens een der laatste beschermheren van het Keltische graalchristendom. Op grond van zijn roemrijke daden en enorme bravour, die door talrijke troubadours als Chansons de geste werden bezongen (zie De legende van Willem van Oranje, Servire, Den Haag), werd deze – na Karel de Grote, tweede man in het gehele Karolingische rijk – in de 12de eeuw tot beschermheilige van de ridders benoemd. Zijn wapen van Oranje, een dubbele jachthoorn, ontbreekt echter nog steeds als zodanig in de Ridderzaal te Den Haag.

 

Het Instituut kan zich in zijn twintig jarige bestaan op een reeks wapenfeiten beroepen.  Zo vertaalde, publiceerde en presenteerde het Instituut in 1999 in Amerika en Engeland een Engelse vertaling van het boek Wolfram von Eschenbach und die Wirklichkeit des Grals van Werner Greub onder de titel How The Grail Sites Were Found – Wolfram von Eschenbach and the Reality of the Grail. In deel I van dit graalonderzoek wordt onthuld dat de legendarische Meester Kyot de Provence, de zegsman van Wolfram von Eschenbach voor zowel diens Willehalm als de Parzival niemand anders dan Willehalm zou zijn geweest. In het tweede deel onder de titel Parzival wordt dan met dezelfde Zwitserse precisie en verbluffend vernuft aan de hand van de oerversie van de Parzival een tot op de puntjes van de i gedetailleerde Parzivalgeografie in kaart gebracht met als middelpunt de locatie van de graalburcht Munsalvaesche in de Arlesheimer Hermitage.  In het begin van 2002 werd dit eerste deel onder de titel Willehalm-Kyot in een Nederlandse vertaling door het Instituut in boekvorm uitgebracht en als huwelijksgeschenk aan het Kroonprinselijk bruidspaar één week voor hun huwelijk op 2 februari 2002 in de Oude Kerk te Amsterdam als een “Koninklijk Moment” feestelijk gepresenteerd.

 

Deze tot 50 exemplaren beperkte en nu in de 2e editie herdrukte boekuitgave werd vanaf Kerstmis 2004 op de openbare website van het Instituut geplaatst: www.willehalm.nl. Daar staat ook informatie over de nieuwste Engelse uitgave van het Willehalm Instituut, te weten “Operation Twins I en II” van Slobodan R. Mitric (Karate Bob) en zijn meesterwerk "De Gouden Tip: de verstrengeling van de onder-en bovenwereld en de moord op G.J.Heijn". Operation Twins I is een uit het Servische vertaald boek met 21 actuele wereldpolitieke bijlagen, een publicatie waaruit moge blijken dat, door Europa ten tijde van de Koude Oorlog te vrijwaren voor nucleare catastrophen, deze vrijheidsstrijder als directeur van Reserve Police-International in ’t geheim een soortgelijke heldendaad in onze tijd heeft verricht als destijds Willehalm, toen deze als legeraanvoerder met de zijnen het christelijke avondland ervoor behoed heeft door de Saracenen overrompelt en bezet te worden. Toen kon daarna op de aldus gevrijwaarde grond het heilige Gralsgebeuren van Parzival en het grote wonder van Munsalvaesche plaatsvinden. Nu is de brandende vraag welke spirituele verbeeldingskracht zich in het bevrijde en zich herenigende Europa thans kan vestigen, standhouden en uitbreiden. Deze verbeeldingskracht kan man de nieuwe Willehalm-impuls noemen. Deze impuls dient de drijfveer van de op te richten Willehalm Stichting te zijn.

 

Naam

 

De stichting draagt de naam in ‘t Nederlands: Stichting Uitgeverij Willehalm Instituut (kort: Stichting Willehalm), in ’t Engels: Willehalm Institute Press Foundation (kort: Willehalm Foundation) en in ’t Duits: Stiftung Verlag Willehalm Institut (kort: Willehalm Stiftung).

 

Doelstellingen

 

De doelstellingen van de Stichting Uitgeverij Willehalm Instituut zullen zijn:

 

  1. Onderzoek te verrichten en te publiceren naar het leven en werk van Willehalm als enerzijds voormalige opperbevelhebber van het Karolingische leger in de Spaanse Mark en anderzijds als mogelijke spiritus rector van het 9de eeuwse graalgebeuren ten einde diens tot op heden onderbelichte historische betekenis voor de ontwikkeling van het christelijke avondland op waarde te kunnen schatten op zowel het terrein van bescherming en veiligheid alsmede op het gebied van spiritualiteit en godsdienst;
  2. Vertalingen van het Middel-Hoogduitse Willehalm epos van Wolfram von Eschenbach in het Nederlands en andere talen te verzorgen;
  3. Onderzoek te verrichten en aan te tonen hoe de Willehalm-impuls in het eerste kwartaal van de 20ste eeuw in Midden-Europa in een nieuwe vorm opkomt in de door Rudolf Steiner gestichte anthroposofie, of te wel de wetenschap van de graal en eveneens stapsgewijs in haar sociale component de sociale organica, of te wel de idee van de driegeleding van het sociale organisme.[1]
  4. Deze door de anthroposofie vernieuwde Willehalm-impuls als een spirituele beschavingsimpuls voor wereldvrede, eventueel in samenwerking met geeestverwante individualiteiten en instanties, te bevorderen, naar vermogen op allerlei gebieden en alle mogelijke talen verder te ontwikkelen, met name op het gebied van de als staatsvrije bedoelde Vrije Scholen (waaraan door de Willehalm Academie van 2003-2004 in Amsterdam een bijdrage werd geleverd) en tevens deze Willehalm-impuls zonodig ook spiritueel en juridisch te beschermen;
  5. Het vertalen, uitgeven, presenteren en bevorderen van het werk van Rudolf Steiner alsmede dat van zijn leerlingen, met name Werner Greub en Herbert Witzenmann zoals dit bij voorbeeld door het Willehalm Instituut in Nederland vanaf 1991 reeds in het Engels, Frans en Duits ondernomen is;
  6. Het vertalen, uitgeven, presenteren en bevorderen van het werk van niet-anthroposofische schrijvers en vrijheidsstrijders die tevens in de zin van de Willehalm-impuls en de anthroposofie er naar streven om het ware, het goede en het schone in de mens en in de samenleving naar boven en naar buiten te brengen en tevens het valse, het slechte en lelijke voor wat het is te ontmaskeren en in toom te houden dan wel in manicheïsche zin om te vormen;
  7. Het in algemene en ruimste zin bevorderen, vernieuwen en herenigen van kunst, wetenschap en religie, opdat deze weer, zoals in de mysteriën van de oudheid, maar nu op een meer individuele, zelfbewuste manier hun helende invloed kunnen uitoefenen op het rechtsleven en het economische leven van de mensheid op aarde.

 

Activiteiten

 

De activiteiten van de Stichting Uitgeverij Willehalm Instituut liggen in de bovengenoemde doelstellingen besloten:

1. Het uitgeven, presenteren en bevorderen van boeken, brochures, organen en nieuwsbrieven zoals Het Willehalm Instituut Nieuws, Schouwplaats, Schauplatz Goetheanum en Willehalm Institut Nachrichten alsmede het maken van documentaire films en andere mogelijke passende kunstvormen en – uitingen;

      2. Het organiseren en houden van voordrachten, seminars en (dia)presentaties;

      3. Het organiseren en doorvoeren van  studiereizen en archeologische onderzoekingen;

      4. Het instandhouden, vernieuwen en uitbreiden van de reeds bestaande website <www.willehalm.nl> alsmede het opzetten van nieuwe websites;

      5. Het opleiden en aanstellen van medewerkers en het aantrekken van vrijwilligers en adviseurs om deze activiteiten te helpen beraden, plannen en uit te voeren alsmede naderhand te bespreken en evalueren;

      6. Het vinden, huren of kopen dan wel ontwerpen en bouwen van een waardig en passend onderdak voor de stichting van waaruit deze activiteiten ontplooid kunnen worden en het stichten van mogelijke afdelingen in binnen- en buitenland;

      7. Het werven van de nodige fondsen etc. waarmee activeiten gefinancierd kunnen worden en vooral:

      8. Er voor zorg dragen dat in en door al deze activeiten – alsmede activiteiten die hier nog niet impliciet genoemd worden, maar wel uit de doelen van de Stichting afgeleid kunnen worden – de bovengenoemde doelstellingen op een deugdelijke manier worden uitgedragen en uitgestraald, dat dus met andere woorden de middelen het doel heiligen.[2] Aldus dient de Stichting Uitgeverij Willehalm Instituut naar vermogen zich te ontwikkelen als een afdruk van het oerbeeld van een nieuwe mysterieplaats, waarmee Rudolf Steiner tijdens de heroprichting van de Anthroposofische Vereniging in 1923 te Dornach in de openbaarheid trad, namelijk het Goetheanum, Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap.

 

* * *

[1] De eerste stap in de geleidelijke invoering van deze “trias organica” geschiedde in 1917 op een interne wijze door de poging van Rudolf Steiner dit idee in de vorm van drie Memoranda aan de regeringen van Duitsland en het Oostenrijk-Hongaarse Rijk aan te bieden als de basis voor de vredesonderhandelingen met Rusland in Brest-Litowsk en later met de westerse mogendheden in Versailles. Toen dit plan mislukte, zocht Rudolf Steiner de openbaarheid op in 1919 met zijn boek De kernpunten van het sociale vraagstuk waarin hij  de impuls van de driegeleding van het sociale organisme in een op vrijheid gebaseerd geestesleven, op gelijkheid gebaseerd rechtsleven en op broederschap gebaseerd economisch leven verdere gestalte gaf. Toen ook deze poging uiteindelijk te veel tegenwerking opriep, dan wel te wenig steun kreeg, ontwikkelde Rudolf Steiner in 1922 in zijn cursus van veertien voordrachten en zes seminars onder de titel Wereldeconomie, naar eigen zeggen, een nieuwe denkwijze en taal van de sociale organica. De laatste poging in deze reeks ontwikkelingsfasen vond plaats in 1923/24 te Dornach, Zwitserland met de heroprichting door Rudolf Steiner en de zijnen van de Anthroposofische Vereniging met als haar onderzoek- en ontwikkelingscentrum Het Goetheanum, Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap, een vereniging waarvan de statuten een oerbeeld vormen van allerlei mogelijke menselijke samenwerkingsverbanden die op het bewustzijnsniveau van deze tijd willen staan. 

 

[2] Voor een handleiding daartoe zie De deugden – Twaalf meditaties op de maanden van het jaar van Herbert Witzenmann in een Duits-Nederlandse werkvertaling door het Willehalm Instituut uitgegeven.