HOOFDSTUK 82 – De Canadees zingt Gypsy Scholar
De stadsnomaden zijn bijeen in het restaurantje dat de Canadees buiten zijn
woonwagen Breda heeft geopend. Hij heeft een buitengewone groentesoep bereid
van voedsel dat Charles, Jasper, Thomas en andere bewoners naar hem toegebracht
hebben. Kraameigenaren van de nabijgelegen Dappermarkt laten elke dag veel
halfbedorven groente achter: aardappelen, tomaten, paprika's, uien, knoflook,
groene bonen, pompoenen, wortelen, appels, peren, bananen, enz. Ook bakkers
gooien hun onverkocht brood van de vorige dag weg op straat. De nomaden
verzamelen dit voedsel in grote manden en brengen het naar de
"basis". Daar wast de Canadees het allemaal grondig, verwijdert de
rotte delen en bereidt de maaltijden voor.
Robert
Jan woont hier al een jaar en heeft geen andere inkomsten dan de kleine huur
van Dr. Troublemaker, van de Hare Krishna deserteur Henk en anderen die af en
toe in het autowrak in zijn tuin wonen.
Het
is etenstijd. Nederlanders eten ’s avonds meestal gekookte maaltijden, terwijl
ze overdag tevreden zijn met broodjes en kleinere hapjes.
"Dr.
Troublemaker, wil je wat soep?" vraagt de Canadees.
"Nee! Bedankt!
Ik eet later wel bij Iris. Maar ik wil wel graag een kopje koffie!"
"Robert
Jan! Breng mij en Marlène wat soep!" zegt Roy.
De
Canadees brengt twee borden gevuld met soep. "Dat is tien gulden!"
"Per
bord?"
"Voor
jullie beiden!"
"Moeten
we nu betalen of later?"
"Vooraf
alsjeblieft!"
Het lid van de Rode Brigades geeft hem met
tegenzin het geld.
"Is
het brood gratis?" vraagt Marlène, die op een bankje tussen haar vriend
Roy en Dr. Troublemaker zit.
De
Canadees stopt het geld in zijn portemonnee. "Al het andere is
gratis."
"Dus koffie kost ook niets," grapt
Dr. Troublemaker.
"Het
brood, zout, peper…dat is gratis."
"Ook
de lepels en vorken," grapt kleine Martin.
"Vergeet
niet de borden en de tandenstokers!" voegt de Turk toe.
Sigi
neemt het op voor de Canadees. "Geen grapjes maken! In elke ander restaurant
moet je voor zo’n geweldige maaltijd minstens 25 gulden betalen!"
"Dat
is in het Hilton hotel zeker zo," grapt Dr. Troublemaker.
De
Canadees schept een bord soep op voor zichzelf. "Ik leerde koken van de
bekende chefkok en schrijver Michel Abehsera en heb in zijn macrobiotisch
restaurant Samsara in de East Village
in New York gewerkt."
"Hebben
jullie daar ook overgebleven voedsel van de straat opgeraapt?" vraagt Dr.
Troublemaker gekscherend.
"Nee,
zo was het niet! De joodse broers uit Marokko, David en Michel Abehsera waren
vrij welgesteld. Later ging ik met David naar Hollywood. We reden de
"En
daar werd je de chefkok?" vraagt Dr. Troublemaker plagend.
"Ik heb in Los Angeles een aantal van
mijn eigen liedjes opgenomen in een muziekstudio begeleid door zanger Neil
Diamonds bandleden."
"En
toen ben je een filmster geworden!" zegt kleine Martin.
"Nee,
zo ver heb ik ‘t niet geschopt. David had wel veel vertrouwen in me, hij dacht
dat ik een tweede Bob Dylan was. Maar ik heb Hollywood teleurgesteld verlaten.
Daarna heeft de moeder van mijn eerste zoon Sebastian mij uitgenodigd om naar
haar in Rome te komen. Daar heb ik een afscheidslied Campo di Fiore – Not All Roads Lead to Rome geschreven, want al een
jaar later verliet ik Rome droevig per trein naar Amsterdam. Maar in Basel ben
ik even uitgestapt voor een kort bezoekje aan het Goetheanum in het nabije
Dornach. Ik was van plan om er alleen een weekend rond te kijken, maar in
plaats daarvan ben ik er 12 jaar…"
Sigi
onderbreekt hem. "Robert Jan, geef me wat meer soep."
De
Canadees wuift met zijn hand. "Help jezelf alsjeblieft, ik ben
bezig!"
Sigi
staat op en gaat naar de grote pan soep, anderen volgen hem, terwijl de
Canadees doorgaat met zijn verhaal. "Wacht even… Waar was ik? Oh ja! Ik
vergat te melden dat de leraar van Michio Kushi, de Japanner George Oshawa
meestal als de grondlegger van de macrobiotiek wordt gezien. Maar dat woord
stamt eigenlijk van Goethe's arts Husemannn, die een boek geschreven heeft met
de titel Macrobiotiek of de kunst een
lang leven te leiden. Oshawa was vol lof over Rudolf Steiner… "
Nu
onderbreekt Dr. Troublemaker hem: "Robert Jan, genoeg over jouw Steiner!
Hoeveel kost de koffie?"
"Een
gulden, maar het is gratis voor iedereen vanavond. Alleen wacht even tot we
klaar zijn met eten, dan zal ik een van mijn songs Gypsy Scholar voor jullie zingen, een lied dat ik in Hollywood
geschreven heb."
"Ah, we zijn zo benieuwd om dat te
horen!" zegt Dr. Troublemaker.
Nu
pas maakt de Canadees aanstalten om zijn bord leeg te eten. Binnen een half uur
is de tien liter soep, die door de Rudolf Steiner aanhanger bereid is, bijna
op. De nomaden schrokken de culinaire kunst uit de macrobiotische keuken, die
de Canadees naar Amsterdam heeft gebracht, smakelijk naar binnen alsof hier
sprake was van beste soep van het Hotel Hilton in plaats van restanten van de
Dappermarkt.
"Robert
Jan!" roept Charles. "Kunnen we de vredespijp opsteken?"
"Natuurlijk
ga je gang!"
De
nacht sluipt naderbij. Het licht van de kaarsen
betovert de omgeving. De Canadees gaat zijn woonwagen binnen. Charles
draait een joint. Robert komt terug met zijn gitaar en bluesharp, neemt plaats
op een speciale stoel en begint zijn gitaar te stemmen. "En nu een
lied."
Charles
staat snel op en geeft de joint aan de Canadees. "Hier heb je eerst iets
te roken!"
De
Canadees inhaleert behoorlijk diep, rolt zijn ogen en geeft de joint terug aan
Charles. Deze geeft hem door aan Roy, die hem overhandigt aan Marlène. Zij
geeft hem aan Dr. Troublemaker, hij aan Sigi …etc…etc..etc.
Robert
Jan tokkelt een beetje op zijn gitaar en zegt dan: "Gypsy Scholar."
Iedereen
wordt still. De Canadees stemt de gitaar nog eens. Marlène’s hand slipt onder
de tafel en knijpt Dr. Troublemaker zachtjes in zijn dij. Wat een hoer! denkt Dr. Troublemaker, maar hij klaagt niet.
Robert
Jan begint zijn lied met een korte intro door tegelijk op de gitaar en de blues
harp te spelen. Dan begint hij te zingen:
Let me in, will you please open your door.
For a Gypsy scholar from a North Sea shore.
Who was born in the town of The Hague
In the low lands of nether and windy weather.
And who died in that stock of wood
In the new state of York, so far from the
stork!
So let me in, will
you please in the name of the Lord.
I'm a knight of the word who's laid down his
sword.
For I was born again in the city of angels
And holy wood, and that was good.
And I went up a hill in a Swiss village of
thorns and roses
And many colored poses!
So may I introduce
myself to you?
I can tell you why the sky is blue.
And why the earth is black and the sun sets in
red,
As Goethe already said.
And why plants grow and rivers flow,
It’s all there for us to get to know, oh!
(Solo met bluesharp)
Oh, let me in, will
you please lend me your ear.
I won't harm it, Shakespeare have no fear!
Oh, to be or not to be, it’s no longer the
question,
At least for me,
For on this highway of spirit I've found,
I'm bound to become free!
So let me please
take my leave now from thee
With these few words that were meant to be:
Oh when you hide behind the mind of your
master,
It will not turn the world any faster!
De Canadees buigt. Iedereen
applaudisseert. Willen jullie nog een lied horen Getting It Down in New York Town?"
"Nee!
Nee! Dat is genoeg voor vanavond!" roept iedereen tegelijk.
"Scheisse!
New York…" moppert Sigi.
Marlène
beweegt haar hand steeds hoger langs Dr. Troublemakers dij. Rustig zegt ze:
“Wil je meegaan om te zien waar Roy en ik wonen?"
"Het
is niet zo ver hier vandaan. Op de boot bij de brug,” voegt Roy eraan toe.
"Graag!"
Het
trio gaat op weg naar de woonboot.
* * *
De Canadese
troubadour met acteur Will Geer en Co. op de Warner Bros. studio in Hollywood
voor het begin van een tournee “Americana 1973”