Ten geleide
D |
it
aan de middeleeuwse dichter Wolfram von Eschenbach gewijd boek van Werner Greub
mag als een opmerkelijke prestatie beschouwd worden. Daarmee schaart Werner
Greub zich in de rij geleerden die vanaf de voorlaatste eeuw ermee begonnen
zijn om de grote gezangen en epen van de wereld literatuur als weergaven van
een werkelijkheid serieus te nemen. Deze serieuze benadering heeft lang op zich
laten wachten. Vroeger gold het als wetenschappelijk om door een a-priori
kritische houding te bewijzen dat de weergegeven inhouden niet dankzij een op
één of andere manier totstandgekomen realiteit ontstaan zijn, maar ontsproten
zijn aan een dichterlijke fantasie van weleer. En zo geschiedde het dat de
meest voortreffelijke overleveringen uit het cultuurgoed van oudere
beschavingen in de categorie van "sagen", "sprookjes" en
fantasievolle "gedichten" werden gedrukt, en dus niet als werkelijke
openbaringen van bijzondere waarheden opgevat en gewekt konden worden.
Dankzij Rudolf Steiner, die geheel
nieuwe wegen insloeg om de geestelijke wereld te ontsluiten en te onderzoeken,
werden deze schatten uit het verleden van dit misverstand bevrijd en binnen het
bereik van de huidige geesteswetenschappers gebracht. Wat hij in dit verband
over de Bhagavad Gita, de Kalevala, de Edda, Griekse
mythologie, Homerus, over de Bijbel, de Apocalyps en ten slotte
over de Arthur- en de graalstroom heeft meegedeeld, behoort tot de
belangrijkste wegwijzers van onze tijd. Dat een persoonlijkheid zoals
Schliemann in zijn zoektocht naar Troje, Homerus als een soort reisgids heeft
geraadpleegd, dat Werner Keller zijn opzienbarend boek De Bijbel heeft toch
gelijk betiteld heeft, toont aan dat er een nieuwe geest in het moderne
onderzoek is gaan waaien. Men gaat er nu van uit dat er in de Ilias, in
de Bijbel en in Wolframs Parzival exact bevatte spirituele
gebeurtenissen meegedeeld worden die zich ook in de aardse wereld als
geschiedenis weerspiegelen. In zulk concreet soort onderzoek kan ook dit
stapsgewijs verrichtte onderzoek van Werner Greub geplaatst worden. Enerzijds
laat hij zich leiden door uitspraken van Wolfram von Eschenbach waarvan hij
herkend heeft dat ze op een reële
grondslag berusten, anderzijds is hij in staat om de door Wolfram meegedeelde
geografische en topografische gegevens nauwkeurig te lezen en te interpreteren.
Deze vaardigheid maakt voor hem het landschap tot een open boek dat hem
toefluistert waar Wolframs verhalen zich afgespeeld hebben.
Werner Greub is op een uiterst
grondige en zorgvuldige manier te werk gegaan. Het is zeer te waarderen dat hij
voor de vaak zo moeilijk te ontraadselen naamgeving van Wolframs steden,
streken, bergen, rivieren en persoonlijkheden niet teruggedeinsd heeft, maar
zolang volhardde in het achterhalen van de overleveringen, totdat hij de
geografische locatie en de filologische betekenis van de namen wist te
ontdekken. Zijn aldus op wetenschappelijke wijze verworven resultaten heeft hij
aan verschillende vakgeleerden ter inzage gegeven en hun instemming en bezwaren
op een objectieve wijze getoetst.
Wij hopen dat dit ongewone werk, dat
met betrekking tot de problematiek van Wolfram en zijn zegsman Kyot nieuw land
ontsluit en belangrijke aanwijzingen en verrassende duidingspogingen aanbiedt,
door vrienden van het Wolfram von Eschenbach-onderzoek alsmede door de
specialisten op dit terrein als een positieve bijdrage zal worden ontvangen. In
zijn gewaagde behandeling van de moeilijkste raadsels uit deze zo in 't donker
liggende mensheidsperiode, wier zanger Wolfram von Eschenbach was, mag Werner
Greub vragen en tegenwerpingen verwachten die tot een grondig wetenschappelijk
gesprek kunnen leiden.
Rudolf Grosse